TeleScreen (TS)
Zelfrapportage vragenlijst met 1052 items
Geschikt voor jongeren vanaf 12 jaar en volwassenen
Nederlandstalige vragenlijst
Licentiekosten: € 7,75 per afname
Voor wie is de TeleScreen bedoeld?
De vragenlijst is bedoeld voor jongeren vanaf 12 jaar, volwassenen en ouderen met een hulpvraag naar aanleiding van psychische en sociaal maatschappelijke klachten.
Wat meet de TeleScreen?
De TeleScreen is een adaptieve, screenende vragenlijst bedoeld ter ondersteuning van de diagnostiek en zorgindicering binnen de huisartsenzorg en de ggz. Het doel van het instrument is om door middel van een laagdrempelige screening de aard en ernst van de klachten gestructureerd in kaart te brengen, crisisrisico’s te signaleren, sociaalmaatschappelijke problemen te indiceren en het algeheel functioneren op biopsychosociale levensdomeinen inzichtelijk te maken. Op deze manier kan de TeleScreen worden ingezet als bron van informatie om te ondersteunen bij het vormen van hypotheses en bepaling van de zorgzwaarte en zorgbehoefte.
De screening leent zich voor toepassing in de huisartspraktijk en in de algemene ggz (zelfstandig gevestigden en instellingen) waar niet meteen behoefte is aan specialistisch onderzoek, maar waar wel behoefte is aan een screening ten behoeve van de toeleiding naar een korte interventie, specialistische behandeling of nader onderzoek. De TeleScreen is ook geschikt om cliënten op wachtlijsten te screenen en daarmee eerder te signaleren of er daadwerkelijk passende zorg geboden kan worden of dat een doorverwijzing nodig is.
Hoe is de TeleScreen opgebouwd?
De TeleScreen is een doorontwikkelde versie van de uitgebreid geteste en gevalideerde TeleScreen 5.0, waarin tekstuele en inhoudelijke veranderingen zijn aangebracht op basis van actuele kennis en veranderingen in het werkveld en op basis van de vernieuwde DSM-5-TR. De TeleScreen bestaat uit drie onderdelen die zowel samen als los inzetbaar zijn, namelijk:
- Anamnese Vragenlijst (AV)
- Indicatievragenlijst Syndroomstoornissen (IVS)
- Indicatievragenlijst Persoonlijkheidsstoornissen (IVP)
De TeleScreen bestaat in totaal uit 1052 vragen, waarvan een groot deel gekoppeld is aan geslacht en leeftijd. De vragenlijst is adaptief van aard, waardoor vervolgvragen worden overgeslagen wanneer de antwoorden van de respondent niet voldoen aan de ingangscriteria voor een specifieke indicatie. De vragenlijst gaat in dat geval direct verder naar het volgende onderwerp. Hierdoor kan de afnametijd van de TeleScreen, ondanks de reikwijdte, relatief kort gehouden worden. Gemiddeld is een cliënt een uur tot bezig met het invullen van de vragenlijst; dit kan langer of korter zijn bij meer of minder complexe problematiek.
De vragen worden beantwoord met Ja/Nee, Juist/Onjuist, meerkeuze of een open antwoord.
Hoe werkt de scoring van de TeleScreen?
De TeleScreen scoort de antwoorden van een cliënt geheel automatisch. Wanneer een cliënt zich herkent in de criteria van een bepaalde stoornis genereert de applicatie automatisch de betreffende DSM-5-TR classificatie.
De TeleScreen genereert daarnaast ‘overige indicaties’ en ‘notificaties’. Overige indicaties bieden extra informatie die van belang kan zijn voor de casusconceptualisatie, zoals dagelijks middelengebruik, woedeaanvallen, problematisch gamegedrag of behandelmotivatie. Notificaties worden gegenereerd in geval van urgente of crisisgevoelige problemen waarbij snel of direct handelen genoodzaakt is. Hieronder vallen suïcidegevaar, automutilatie, psychotische kenmerken, ernstig middelenmisbruik of vermoedens van geweldpleging door- of richting de cliënt.
De door de TeleScreen gegenereerde resultaten zijn géén definitieve classificatie of diagnose, maar slechts voorlopige classificaties waarmee hypotheses gevormd kunnen worden. De resultaten dienen door een getrainde professional getoetst te worden op basis van andere bronnen van klinische informatie. Op basis van de klinische indruk van de hulpverlener kunnen indicaties worden aangeduid als primaire of secundaire classificaties of worden verwijderd. Een primaire indicatie betreft een indicatie waar de hulpvraag van de cliënt zich op richt. Dit kunnen meerdere indicaties zijn. Secundaire indicaties zijn bijkomende indicaties die bijdragen aan het toestandsbeeld en mogelijk interfereren met een behandeling, maar waar de hulpvraag zich niet primair op richt. Een indicatie kan worden verwijderd wanneer deze niet aanwezig is of beter gekaderd kan worden binnen een andere indicatie. Nadat de hulpverlener de indicaties op basis van de klinische indruk en de hulpvraag heeft aangepast, zal het systeem automatisch één van de onderstaande echelonadviezen genereren:
- Geen vervolgtraject/zelfhulp
- Maatschappelijk werk
- Huisartsenzorg met praktijkondersteuner ggz
- Generalistische basis ggz
- Specialistische ggz
Het gegenereerde echelonadvies is gebaseerd op de landelijke richtlijnen. Het echelonadvies kan desgewenst worden gewijzigd indien de hulpverlener een andere mening is toebedeeld.
Totstandkoming van de vragenlijst
© Embloom 2024, Maastricht
Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming van Embloom is dan ook niet toegestaan.
